Algemene aanbevelingen en tips voor de opslag, zorg en het gebruik van een oplaadbare fietsaccu en andere batterij op basis van Li-Ion cellen.
U kunt ook onze speciale aanbevelingen voor het gebruik van Li-ion batterijen na herstel door alle Li-Ion energiecellen te vervangen door nieuwe raadplegen.
Met als doel de levensduur van batterijen op basis van Li-Ion cellen te verlengen, kunnen we een aantal eenvoudige aanbevelingen geven met betrekking tot hun opslag en gebruik:
Regels voor de opslag van de fietsaccu en andere batterij op basis van Li-Ion cellen.
Het is beter voor de batterij wanneer deze regelmatig wordt gebruikt en aan laad- en ontlaadcycli wordt onderworpen. Als het echter nodig is om het zonder gebruik op te slaan, is het belangrijk om enkele eenvoudige adviezen op te volgen:
1. Het is het beste om de batterij op te slaan bij kamertemperatuur tussen 20 en 25 graden. Hoge en lage opslagtemperaturen kunnen de degradatie van de batterij versnellen. Bovendien voorkomt deze opslagtemperatuur schadelijke condensatie van waterdamp in de batterij, die het BMS elektronische bord kan beschadigen. Daarom is het beter om de batterij in de winter in een verwarmde ruimte op te slaan.
2. Het optimale laadniveau van de batterij tijdens opslag is 40-60%. De degradatie van de batterij versnelt aanzienlijk als de batterij wordt opgeslagen met een laadniveau onder de 20% of boven de 80%. Daarom moet u, als de batterij niet wordt gebruikt, minstens één keer per maand het laadniveau controleren en indien nodig opladen tot 50-60%.
3. Bewaar de batterij niet alleen op een warme, maar ook in een droge omgeving. Dit is belangrijk, zelfs als de behuizing van de batterij spatwaterdicht is en het gebruik ervan tijdens het fietsen in de regen mogelijk maakt. De behuizing van de batterij is inderdaad spatwaterdicht, maar blijft niet volledig luchtdicht. Dit betekent dat bij veranderingen in temperatuur binnen in de batterij, als gevolg van periodieke luchtdrukveranderingen, uitwisseling van lucht met de omgeving plaatsvindt. Dus bij het verlagen van de temperatuur komt er telkens wat lucht met vocht in de behuizing. De vochtopnemer die we in de vrije ruimte binnen in de behuizing van de batterij plaatsen, doet uitstekend werk, maar heeft toch niet onbeperkte mogelijkheden voor het absorberen van vocht. De extra afdichting die we aanbrengen als verbetering van de batterijconstructie is zeer nuttig, maar verbetert alleen de spatwaterdichte eigenschappen van de batterijbehuizing en maakt deze niet volledig luchtdicht.
Regels voor het opladen van de fietsaccu en andere batterij op basis van Li-Ion cellen.
Er zijn enkele eenvoudige regels en adviezen over hoe u de batterij moet opladen om de levensduur ervan maximaal te verlengen:
1. Laad de batterij op wanneer deze een temperatuur heeft van minimaal +10-15 graden Celsius. Als de batterij in koud weer met een luchttemperatuur lager dan +5 graden is gebruikt, is het raadzaam deze op te warmen in een warme ruimte voordat deze op de oplader wordt aangesloten. Verwarm de batterij echter niet intensief om oververhitting boven 40 graden te voorkomen.
2. Gebruik niet vaak of zonder specifieke noodzaak een "snelle" oplader. Li-Ion-elementen houden van langzaam opladen. Op die manier voelen ze zich beter en leven ze langer.
3. Nadat de batterij na het fietsen is ontladen tot onder 20%, vooral als deze tot 0% is ontladen, probeer deze dan zo snel mogelijk op te laden. Laat de batterij niet langdurig ontladen. Dit draagt bij aan een versnelde degradatie van Li-Ion-elementen.
4. Laat de batterij ook niet langdurig met een lading van meer dan 80%, vooral niet in volledig opgeladen toestand. Dit draagt ook bij aan een versnelde degradatie van Li-Ion-elementen. Laat de batterij daarom niet langdurig aangesloten op de oplader. Het is optimaal om de batterij eerst slechts tot ongeveer 60-80% op te laden en deze vervolgens vlak voor het rijden volledig op te laden. Dit proces kan indien gewenst eenvoudig worden geautomatiseerd met behulp van een eenvoudige en goedkope programmeerbare timer die in een gewoon stopcontact past en in staat is om de oplader op een bepaald tijdstip in en uit te schakelen.
5. Gebruik alleen originele en kwalitatieve opladers. Vertrouw uw batterij niet toe aan goedkope opladers die uw accu kunnen beschadigen.
Onderhoud van het oppervlak en de contacten van de fietsaccu en andere batterij op basis van Li-Ion cellen.
Het wordt aanbevolen om het oppervlak van de batterij schoon te maken door het af te vegen met een vochtige doek zonder het gebruik van oplosmiddelen.
Als de contacten van de batterij vuil of nat zijn, wordt aanbevolen om ze schoon te maken van stof en vuil en ze te laten drogen. Indien nodig moeten de contacten één voor één worden schoongemaakt
(zonder ze met elkaar te verbinden) tot ze glanzen voor een goede elektrische verbinding, waarna al het tijdens het reinigen verzamelde stof grondig moet worden verwijderd met behulp van een stofzuiger.
Het ontvetten van elektrische contacten wordt aanbevolen met een oplossing van 70-96% ethyl (medische) alcohol.
Tijdens het opslaan en gebruik van de fietsaccu en andere batterij op basis van Li-Ion cellen is het ten strengste verboden:
1. Stoten en laten vallen van de batterij.
Dit kan leiden tot ernstige, niet alleen uiterlijke, maar ook aanvankelijk onzichtbare interne beschadigingen die later kortsluiting en brand kunnen veroorzaken!
2. De batterij boven 40 graden Celsius verhitten. Gebruik de batterij ook niet bij een omgevingstemperatuur boven 40 graden.
3. De fiets wassen met de batterij (of de batterij zelf) met behulp van een hogedrukreiniger, onder een waterstraal of door onderdompeling in water. De behuizing van de batterij is meestal alleen spatwaterdicht en kan alleen de interne batterij beschermen tegen vrij vallende waterdruppels. Dit betekent dat het niet beschermt tegen water onder druk - in dit geval kan water in de behuizing van de batterij terechtkomen. Vocht binnenin de behuizing heeft een uiterst schadelijk destructief effect op het BMS-printplaat en andere elementen. Dit kan leiden tot niet alleen voortijdig falen van de batterij, maar soms ook tot kortsluiting en brand.
4. Kortsluitingen tussen de batterijcontacten toestaan.
5. De batterij gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor deze bedoeld is.
6. De batterij aansluiten op een andere spanningsbron dan de correct werkende standaard oplader.
7. De behuizing van de batterij openen en wijzigingen aanbrengen in de constructie.